Eenhoorn neemt ook Nijmeegse horde (afgerond op 20.03)

Op zaterdag 12 maart heeft de Eenhoorn bij SMB in Nijmegen een klinkende overwinning weten te behalen. Deze keer geen 4,5-5,5, geen hakken over de sloot, maar een strakke 3-7 zege. En dat met twee (winnende!) invallers, omdat topspelers Van Ojik en Doggers in het buitenland vertoefden.
En passant werd revanche genomen op hetzelfde team dat ons twee jaar geleden op het allerlaatste moment en met het allerkleinste verschil de loef afstak, en ten koste van De Eenhoorn promoveerde naar de Meesterklasse.
Sindsdien zag SMB enkele sterke spelers vertrekken en vecht na een jaartje Meesterklasse om lijfsbehoud in klasse 1a, hetgeen er niet eenvoudiger op is geworden na deze oorwassing.
De Eenhoorn maakte het verschil vooral op de onderste vier borden (3,5/4), terwijl de topborden uitstekend stand hielden tegen de Nijmeegse top.
Overwinningen waren er voor Martijn Monteban (bord 1), Henk-Jan Visser (5), Jeroen Edeling (7), Jerrel Thakoerdien (9) en Tom Balla (10). Remises voor Daan Zult (2), Arne Moll (3), Farhad Mukhtarov (4) en Ardjan Langedijk (8). Alleen Ron Deen (6) moest deze keer het onderspit delven.

Ondergetekende behaalde weer eens een remise (tegen Bram Rijkschroeff, Elo 2013) met de nodige agitaties. Die werden veroorzaakt door een combinatie van tijdverlies vanwege a) een defecte klok die verschillende malen bleef lopen na indrukken en b) een sprint naar de auto halverwege de partij om de parkeermeter bij te vullen, resulterend in een misstap en een gekneusde enkel – nog nooit gebeurd in 30 jaar voetballen en tennissen, alsmede een voordelige stand die door de vingers glipte.

Over de individuelen partijen hebben de overige Eenhoorn-spelers het volgende te melden: (wordt wellicht uitgebreid):
“Ik kwam met een redelijke stelling uit de opening, waarbij mijn tegenstander veel tijd heeft gestoken in mogelijke offers op e6, f7 en h6. Hierdoor had hij op zet 15 nog maar 19 minuten over. Uiteindelijk kon hij de complicaties niet meer overzien en won ik een kwaliteit. Het resulterende eindspel was niet al te moeilijk meer.” – Jeroen Edeling, spelend met wit tegen Ruben Hoogenhout (Elo 2026).

“Zaterdag 12 maart 2011 was voor mij in vele opzichten een mooie dag: na bijna een decennium was ik opeens even terug in het eerste, het was mijn debuut in de eerste klasse, het team won overtuigend en ik droeg daar een vol punt aan bij. Op bord negen met de witte stukken kwam ik in een opening die ik goed had voorbereid; de eerste tien zetten kostten me maar acht minuten. Na 12 zetten bood mijn tegenstander remise aan. Op dat moment had ik al ruim een half uur voorsprong en bovendien had ik een voordelige stelling bereikt. Na kort overleg besloot ik door te spelen. Ik won een pion en niet veel later stortte de stelling van zwart in (1-0).” – Jerrel Thakoerdien, spelend met wit tegen Wouter Knoop (Elo 1998).

“In the game against Van Gisbergen I the Queen’s Gambit Declined as it was a bit more reliable than other options I have against d4. White played the opening somewhat dull, with standard positions for all pieces that I could predict in advance. So, my defence was quite simple. In the middlegame my opponent gained a space advantage and forced my pieces to retreat, but the absence of any weaknesses and good coordination allowed for parity to be sustained. Change happened just before the time control, when Black forced the Queens exchange and sacrificed a pawn for activity of his rook. At some point Black could have had a sensible advantage, but he missed the chance. The endgame is very interesting, but Black was not playing for a win by all means, and allowed for the extra pawn to be returned for a forced draw. Thus, a long and exciting draw against a strong opponent.” – Farhad Mukhtarov on his draw with black versus FM Stan van Gisbergen (Elo 2324)

“Vooraf leek een remise met zwart tegen IM Hans Klip een prima resultaat. Ik ging dan ook met weinig ambitie zitten, maar reeds na 8 zetten stond er vrij bizarre stelling op het bord waarin zwart eerder beter dan slechter stond. Deze ontwikkeling wekte bij mij een enthousiasme op waardoor ik abrupt de bescheiden ambitie van mij af worp en besloot een speculatief pion offer te plegen, terwijl ik met een meer solide aanpak op klein voordeel had kunnen hopen. Speculatief was dus ook het juiste woord, want meer dan maximaal gelijkspel leverde het eigenlijk niet op. Echter, voordat ik dit door had was het te laat om aan de noodrem te trekken waardoor ik genoegen moest nemen met een serieus nadeeltje. Ik zat echter nog wel in de partij en gelukkig was Klip in deze fase ook niet optimaal scherp waardoor hij voor een onpraktische afwikkeling naar een eindspel koos. Hierin had hij weliswaar een pion meer en met nauwkeurig spel kon hij nog op voordeel rekenen, maar het sterke zwarte loperpaar maakte mij het leven een stuk makkelijker. Dit leidde er uiteindelijk toe dat ik toch nog vrij gemakkelijk remise kon maken, iets waar ik die dag toch al een beetje voor naar Nijmegen was gekomen.” – Daan Zult over zijn remise met zwart tegen IM Hans Klip (Elo 2369).

“Ik speelde met wit tegen Jaap Houben die nog op koers lag voor een IM-norm. In een Pirc kreeg ik licht voordeel nadat hij vrijwillig zijn pionnenstructuur uit elkaar liet slaan. Dit voordeel hield ik vast tot in het eindspel, al heb ik twee kansen gemist op groter voordeel. Nadat de dames geruild waren, wikkelde ik af naar een eindspel met ongelijke lopers. Het leek alsof zwart dit wel remise kon houden, maar door mijn vrije a-pion en actieve koning had hij het toch heel moeilijk. Ik wist twee pionnen te winnen en met een pionoffer een tweede vrijpion te creëren. Het lukte Houben niet meer om beide vrijpionnen te stoppen en hij gaf daarom op.”
– Martijn Monteban over zijn overwinning met wit op Jaap Houben (Elo 2334).

“Ik kwam gemakkelijk uit de opening met zwart, maar greep niet de kans op voordeel die mij snel geboden werd. Daarna pakte wit het initiatief. Ik verdedigde me taai, maar in het zicht van een remise eindspel liet ik mij in tijdnood verleiden een verloren pionneneindspel te spelen. Dit speelde Carl Wustefeld moeiteloos uit.” – Ron Deen over zijn nederlaag met zwart tegen Carl Wustefeld (Elo 2264)

“Mijn Partij tegen Roy van Hatert kende een rustige opzet van wit waarin zwart al snel vrij makkelijk stond.
Van Hatert, die al wat later kwam, inversteerde veel tijd in een middenspel waarin beide spelers hun stukken posteerden voor een break in het centrum.
Met een “vies” tussenzetje kwam zwart in het voordeel door een pion mee te nemen met een mooie stelling.
Van Hatert deed in deze fase al niet meer de beste zetten vanwege zijn tijdnood.
Doordat ik zelf ook in lichte tijdnood zat besloot ik eerst maar de 40 zetten te halen om vervolgens het dame eindspel met 2 pionnen meer te verzilveren.” – Tom Balla over zijn overwinning op Roy van Hatert (Elo 1952).

“In rustige stellingen moet je je kleine voordeeltjes koesteren en op het juiste moment toeslaan. Ik kreeg met wit het gewenste klein plusje vanuit de opening, en na een paar kleine en grotere onnauwkeurigheden van Krudde kon dat voordeel middels een ‘petite combinaison’ in vrijwel winnend voordeel worden omgezet. Helaas haperde de motor juist op dit sleutelmoment, waarna een afwikkeling naar een remise-eindspel het hoogst haalbare was.” – Arne Moll over zijn remise tegen Fitzgerald Krudde (Elo 2298).

“ Na een lekker appelgebakje onder een stralend zonnetje in het hartje van Nijmegen mocht er met wit worden aangetreden tegen Jochem Aubel. Via een een Pirc kwam de partij in Spaanse wateren terecht (een voor zwart gunstige versie van de Breyer). Maar nadat zwart ten onrechte verzuimde zwartveldige lopers te ruilen kreeg wit een prettig voordeeltje. Toen na een afwikkeling wit ook nog een vrijpion op d7 kreeg werd het complex voor de zwarten. Prompt kreeg wit een stuk cadeau. Taaie verdediging van Jochem mocht toen niet meer baten.” – Henk-Jan Visser over zijn overwinning op Jochem Aubel (Elo 2216)

1 reactie op “Eenhoorn neemt ook Nijmeegse horde (afgerond op 20.03)”

  1. Leuk verslag zo. Nu nog wat partij fragmenten en het is compleet.

    De volgende ronde wordt een absolute kraker voor zowel eerste als tweede.